Hoe belangrijk is het oogstjaar als u een fles wijn koopt?
De magische jaren van Bordeaux - u kent ze wel: 2005, 2000, 1995, 1990, 1988, en ga zo maar door. Maar hoe belangrijk is het oogstjaar eigenlijk als u een fles wijn koopt?
Kort gezegd zit het zo in mekaar: in warme, droge ‘millésimes' (oogstjaren) zoals 2003 is de verdamping groot. Door minuscule gaatjes in de druivenschil verdampt veel vocht. Daardoor zijn de druiven kleiner maar extra geconcentreerd. Proportioneel zijn de pitten groter en de schillen dikker, wat meer tannines geeft in de wijn. Als je de wijn jong proeft, lijkt het alsof hij droog trekt op de tanden. Maar die tannines zorgen wel dat het verouderingspotentieel van de wijn drastisch vergroot. Wijn uit warme jaren kunt u dus beter laten rusten tot hij minstens 5 en beter 10 jaar oud is.
Anders is het gesteld met wijn uit koele en natte jaren zoals 1997 en 2007. In die jaren bevatten de druiven meer vocht en zijn ze minder rijp en intens van smaak. Als het in september veel regent dan zijn de druiven bij het plukken vaak gezwollen van het water. Het is dan aan de wijnboer om streng te selecteren en alleen de echt rijpe druiven te verwerken. Zo kan hij toch een vrij stevige wijn maken die echter best vrij jong gedronken wordt.
Besluit: als u een wijn zoekt om nog jaren in uw kelder te laten rusten (voor het communiefeest of het huwelijk van uw zoon of dochter, u weet wel) dan hebt u een 2005, een 2003, een 2000 en dergelijke nodig. Wilt u de wijn al vroeger drinken, dan zit u eigenlijk even goed met een kleiner oogstjaar. De experts zullen het verschil vast proeven, maar voor gewone liefhebbers zal zo'n wijn vaak zelfs zachter en toegankelijker overkomen.