Hoe stelt u de ideale wijnkelder samen?
We beschreven reeds eerder aan welke criteria uw kelder moet voldoen om uw bewaarwijn optimaal te laten rijpen. En als u dan de “ideale” wijnkelder hebt, welke wijn legt u er dan in? We proberen de ideale samenstelling van uw kelder samen te vatten in vijf regels. Voor wat dat waard is, natuurlijk, want de enige regel die écht heilig is, is: ga altijd af op uw eigen smaak.
Regel 1. Ga af op uw eigen smaak. Wat wij graag drinken, zelfs wat grote wijngoeroes ervan vinden, doet in feite niks ter zake in uw kelder. U moet de wijn kopen die u zelf lust. In mindere mate kunt u natuurlijk rekening houden met familie en vrienden, maar laat dat alstublieft nooit de doorslag geven bij uw aankopen.
Regel 2. Hou rekening met uw verbruik. 1000 flessen in de kelder kunt u niet goeddrinken als u maar 50 (of zelfs 100) flessen per jaar drinkt. Ga na hoeveel wijn u elk jaar gemiddeld consumeert (bijvoorbeeld via een inventaris) en vul jaarlijks het aantal flessen aan dat u uit de kelder haalde. Zie verder.
Regel 3. Hou rekening met uw beschikbare ruimte. Als u maar plaats hebt voor 100 flessen bewaarwijn, moet u er geen 500 aankopen. Eventueel kunt u uw beste flessen in de kelder (of in de wijnfrigo) bewaren, en de flessen voor onmiddellijk verbruik in de koele berging, keuken of garage. Je mag rekenen dat gemiddeld tweederde van uw wijn snel roteert, en minder dan 2 jaar bij u zal blijven liggen.
Regel 4. De samenstelling van uw kelder is subjectief. In de regel bevat een wijnkelder zo’n 30 tot 40% witte wijn en 60 tot 70% rode. Dat hangt – alweer – af van wat u het liefste en het meeste drinkt. Vooral voor rode wijn moet u toch zorgen dat u voldoende flessen hebt die op dronk zijn, en ook dat is individueel bepaald. Als u bijvoorbeeld het liefste rode wijn drinkt van 5 jaar oud, ga dan als volgt te werk:
- Schat in hoeveel wijn u jaarlijks drinkt (zie regel 5), en welk aandeel daarvan bewaarwijn is.
- Als u nog moet starten, koop dan in een goed jaar (2000 bijvoorbeeld) het aantal flessen bewaarwijn aan dat u voor 1 jaar nodig hebt. Laat de betreffende flessen rustig liggen en drink voorlopig jongere wijn. Over 5 jaar zult u bijzonder gelukkig zijn met het geduld dat u geoefend hebt.
- Vul nu elk jaar uw kelder aan met het aantal flessen dat u jaarlijks openmaakt. Let wel: in een bewaarjaar kunt u rustig het dubbele of nog méér kopen – er zitten immers ook steeds mindere jaren tussen waarvan de wijn niet zo lang bewaart (zoals 2002). In die jaren koopt u dan weer minder, of helemaal niks.
- Hou deze werkwijze elk jaar vol: zo kunt u altijd de wijn drinken zoals u hem het liefste hebt: 5 jaar oud.
Even nuanceren toch. Het verloop van uw kelder zal nooit exact zijn zoals hierboven beschreven. In de betere wijnjaren koopt u wat meer, in de slechtere wat minder.
Beschikt u over voldoende fondsen om wat oudere flessen in huis te halen en/of voor 5 jaar wijn vooruit te kopen, dan kunt u vanaf morgen al uw lievelingswijn degusteren.
Nog één tip. Let toch op: niet elke wijn bewaart 5 jaar, laat staan 10 of 15 jaar – voor wie van nog oudere wijn houdt.
Regel 5. Hou een eenvoudige inventaris bij. U hoeft er geen “kelderboeken” of andere dure spullen voor aan te kopen. Met een gewoon Excel-werkblad of een Word-document komt u al een heel eind. Per château in onze kelder noteren wij zorgvuldig de volgende gegevens:
- Naam
- Jaar
- Appellation (Bourgogne, Bordeaux Supérieur, Languedoc-Roussillon en dergelijke)
- Type (rood, wit, rosé, zoet, mousserend)
- Aankoopprijs
- Waar gekocht en wanneer (de prijs van een fles varieert van jaar tot jaar)
- Aantal flessen gekocht
- Aantal flessen gedronken (turven wat u uit de kelder haalt)
Interessant is ook om in de inventaris een weinig ruimte voorzien voor proefnotities, zoals bijvoorbeeld “Geproefd 01/05/05, nog veel tannines, volgend jaar opnieuw proberen”.