Wijn degusteren: kunst of snobisme?
Wijn degusteren is méér dan alleen proeven. Het aroma van een wijn kan soms erg verschillen van zijn smaak. En ook het uitzicht vertelt heel wat over de wijn.
Het wijnoppervlak in het glas (de spiegel) kan onzuiverheden in de wijn aan het licht brengen. Aan de kleur kun je niet alleen de druivensoorten maar ook vaak de leeftijd van de wijn aflezen (donker en diepgekleurd voor jonge wijnen, doorschijnender met bruin-oranje toetsen voor oude wijnen – en gelijkaardige schakeringen voor witte wijnen). De rand van het wijnoppervlak, ten slotte, vertelt vaak iets over de versmoltenheid van de zuren.
De wijn geeft al veel meer van zichzelf prijs door zijn aroma. Het ruiken doe je twee keer: één keer in rust, een tweede keer in “mobiele” fase – dat is dus voor en na het walsen. U zult versteld staan van het verschil in neus voor en na! Wals dus nooit vóór je geroken hebt, en doe nooit teveel wijn in het glas, anders is het walsen niet alleen te moeilijk maar kan het bovendien niet grondig. Het herkennen van geuren in wijn is moeilijk en subjectief. Je bent al een stuk ver als je in de olfactorische fase van je degustatie de volgende geurcategorieënherkent: bloemen, fruit, kruiden, planten, dieren, “land”-geuren…
En dan het proeven. Vergeet niet de wijn nadien weer uit te spuwen, anders geraakt u maar vijf glazen ver in uw degustatie ;-) Bij het proeven komt het er op neer zure, zachte en bittere onderdelen van de wijn te onderscheiden, en te bepalen of de drie in evenwicht zijn of niet. Immers, samen met de kracht (“body”) van de wijn en zijn afdronk, is de versmoltenheid van alle componenten bepalend om de houdbaarheid van de wijn te bepalen.
Veel succes!